Het onderstaande Artikel hebben we ontvangen van de Vereniging Oud Apeldoorn. Zij hebben op 13 januari 2024 een boek uitgegeven over Groen Apeldoorn met onder andere een stukje historie dus over Groei & Bloei Apeldoorn. De boekpresentatie is na te lezen op de website van Verenging Oud Apeldoorn.
Op onze site staat ook een boekbespreking. Deze is hier te vinden: apeldoorn.groei.nl/diversen/boekbespreking
Koninklijke Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde/Groei en Bloei, afdeling Apeldoorn
Deze vereniging is van grote betekenis geweest voor het groene karakter van Apeldoorn. Alle beroepskwekers waren lid. Veel mensen die werkzaam waren in ‘het groen’ gaven gehoor aan de oproep van de chef-bloemist van de bloemisterij Het Loo, Hugo Godefroy in de krant.
‘Teneinde te bespreken de oprichting alhier van een vereniging van vaklieden en liefhebbers om nuttige kennis onder elkaar aan te kweken en bevorderlijk te zijn aan Apeldoornse belangen op dit gebied’.
Op 16 april 1883 werd de afdeling Apeldoorn van de toen nog Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde (in 1923 het predicaat Koninklijk) formeel opgericht, goed tien jaar na de oprichting van de landelijke vereniging. Hugo Godefroy werd de eerste voorzitter, F. de Sitter secretaris, N.J.A. Bakker penningmeester en de heren J. Loois en H. van Nes leden. Allen vooraanstaande vaklieden, eigenaar en of werkzaam op een kwekerij. Opvallend is dat met name in de eerste eeuw van het bestaan vaak tuinbazen van de Koninklijke Bloemisterij Het Loo voorzitter waren van de vereniging. Godefroy, Wind, Radstake, vader en zoon Berendsen waren jarenlang voorzitter. De botanicus H.J. Kok Ankersmit is ook lang voorzitter geweest. Tot ver over de landsgrenzen stond hij bekend om zijn deskundigheid. Doel was de belangen van de tuinbouw en plantkunde te bevorderen door het verbeteren van de cultuur en de cultuurgewassen. Voorop stond een goede ontwikkeling van het tuinbouwonderwijs. Veel lagere tuinbouwscholen zijn indertijd opgericht op initiatief van regionale afdelingen van de Maatschappij. De afdeling Apeldoorn had toen veel bemoeienis met de oprichting van de Lagere Tuinbouwschool in Twello.
De afdeling deed het in vergelijking met andere afdelingen in Nederland goed. Dat was te danken aan de aanwezigheid van de bloemisterij Het Loo, de landbouwhogeschool en de toenmalige tropische landbouwschool in Deventer. Dat waren verzamelplaatsen van vaklieden.
En zeker moest ook de belangstelling bij niet-vaklieden aangewakkerd worden. Te bereiken door het geven van cursussen, lezingen en vooral tentoonstellingen. De contacten met de redacteuren van de krant waren zeker goed te noemen. Het Apeldoornse publiek werd goed op de hoogte gehouden ten aanzien van het groen in het dorp. Jarenlang stonden de zeer uitgebreide verslagen van vergaderingen en andere bijeenkomsten in de krant. Eigenlijk altijd met een enthousiaste ondertoon.
Voorlichting was waar het over ging. Toch voelden de afdelingsleden zich soms gedwongen om tot actie over te gaan. In 1896 heeft de afdeling strijd gevoerd tegen het gemeentebestuur bij de aanleg van de beplanting voor de Nieuwe Begraafplaats aan de Soerenseweg. Deze opdracht zou namelijk gegund worden aan een bedrijf uit Den Bilt. Het bestuur was van mening dat de Apeldoornse kwekers daartoe zeker ook in staat waren en erbij betrokken moesten worden. Helaas voor die kwekers, maar het gemeentebestuur gunde het werk toch aan de man uit Den Bilt.
Steeds meer een vereniging van liefhebbers van tuinieren
In het begin van de twintigste eeuw ging de Rijksoverheid het tuinbouwonderwijs zelf organiseren. Vakorganisaties werden opgericht en de economische belangen gingen de boventoon voeren. Dat was voor de Maatschappij reden om zich helemaal te gaan richten op de sierteelt. Het werd een vereniging van tuinier liefhebbers. Vooral een club van professionele vaklieden. De economische verbeteringen van na de Tweede Wereldoorlog maakten het ook mogelijk dat ‘amateurs’ meer aandacht konden gaan besteden aan de inrichting van hun tuinen. Naast groenten werd het ook mogelijk sierplanten rond hun huis te planten. Veel van hen werden lid van de Maatschappij. Inmiddels bestaat het ledenbestand grotendeels uit ‘amateurs’. Omdat dat ook tot uitdrukking te brengen werd de naam Groei & Bloei aan de vereniging toegevoegd.
Maar: zoals een paar jaar geleden de toenmalige voorzitter, wijlen G. Wagenaar, schreef: ‘is het nog steeds uniek in ons land dat binnen dezelfde vereniging vakmensen met liefde voor hun beroep enamateurs met vaak grote vakkennis gezamenlijk tot wederzijds genoegen en voordeel eendrachtig optrekken.’
Tentoonstellingen in sierteeltproducten werden het handelsmerk van de Maatschappij. Al in het eerste jaar van haar bestaan organiseerde de afdeling Apeldoorn een tentoonstelling in Hotel Röge aan de Koningstraat (later De Keizerskroon). In 1885 werd op Marialust een nationale rozententoonstelling gehouden. De goede contacten met de Koninklijke Bloemisterij maakten het mogelijk om regelmatig een tentoonstelling te houden in de oranjerie van Paleis Het Loo. In 1922 werd in Tivoli een volgens de krant schitterend geslaagde dahliatentoonstelling gehouden.
Jaarlijks werden er ook lezingen georganiseerd. Met vaak grote belangstelling: ‘waar steeds een opgewekte geest heerste, die veel heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van de Apeldoornse tuinbouw’.
De voorzitter op de jaarvergadering in 1926: ‘Bloemen kweken is geen luxe meer; in ieder fatsoenlijk huishouden behoren tegenwoordig Flora’s kinderen thuis.’
Aan de doelstelling ‘bevorderlijk te zijn aan Apeldoornse belangen op dit gebied’ werd zeker de nodige aandacht besteed. H. Niessink, vanaf het begin lid, erelid en erevoorzitter, in de Apeldoornse Courant van 8 augustus 1933: ‘Wanneer onze gemeente een goed geoutilleerde tuinbouw is rijk geworden, welke producten waarlijk niet voor die van de tuinbouwcentra behoeven onder te doen, wanneer de boom- en bloemkwekerijen in onze plaats op een hoog plan gekomen zijn, dan is dat voor een goed deel, zoal niet geheel te danken aan den arbeid van de afdeling Apeldoorn van de Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde en haar leiders. De invloed van Tuinbouw en Plantkunde reikte verder dan tot de vaklieden alleen. De afdeling heeft haar werkingssfeer uitgestrekt tot buiten haar engere vakgrenzen. Zij heeft door de verzorging van tuinen en tuintjes aan te moedigen, welke hier tot voor enkele jaren nog wel te wensen overliet, de algemene belangstelling voor bloemen en planten vergroot en waar zij nog niet aanwezig was, die opgewekt.’
Daarbij doelde hij vast ook op de jaarlijks te houden voortuinkeuringen.
Het vijftigjarig bestaan van de afdeling Apeldoorn in 1933 werd groots gevierd met de organisatie van de Nationale Tuinbouwtentoonstelling en Grote Keuring in de Eierhal op Welgelegen. Volgens de krant waren het zeer geslaagde dagen.In relatie met het honderdvijfentwintig jarig bestaan werd in 2008 ruim medewerking verleend aan de voorbereiding en organisatie van de Triënnale met bijzondere aandacht voor de Royal Mile in Berg en Bos.
Groen is onmisbaar voor het welzijn van de mens en bepaalt voor een belangrijk deel de aantrekkelijkheid van de leefomgeving. Daarom vindt Groei & Bloei het nog steeds van groot belang de belangstelling voor en kennis over een groen en leefbaar Apeldoorn te blijven bevorderen. Dat doet ze door het regelmatig organiseren van lezingen over een groen onderwerp. Jaarlijks worden bloemschik- en moestuincursussen georganiseerd en workshops over tuinontwerpen en beplantingsplannen.
Groei & Bloei is initiatiefnemer en coördinator van het moestuinproject in het Havenpark. Dat wordt gedaan in goede samenwerking met de Gemeente Apeldoorn (eigenaar van groen en huisje), Omnizorg, Stimenz en wijkraad Centrum.