Apeldoorn

Update's

Hieronder staan de update's over de 1000 soorten tuin. De nieuwste komen bovenaan. Er doen zowel leden van het IVN als Groei & Bloei mee. Vanaf Mei plaatsen we nog alleen de update's vanuit Groei & Bloei. De update's vanuit IVN Apeldoorn kunt u hier nalezen: www.ivn.nl/afdeling/apeldoorn/1000-soorten-tuin/

September

Mijn 1000-soorten-tuin

Natuurlijk had ik als rasechte Groei & Bloeier wel vernomen dat dit project van start was gegaan, maar ik dacht dat ik het daarvoor te druk zou hebben met andere zaken. Totdat ik de door IVN afdeling Apeldoorn georganiseerde lezing van Luc Hoogenstein bijwoonde op 10 april j.l. Ik was òm en máák er nu tijd voor! Ik sluip sinds begin april regelmatig met de telefoon in de hand door mijn tuin, met of zonder macrolens, om foto’s te maken van wat ik tegenkom. Van de ontdekkingen die ik tot nu toe deed, wil ik graag een en ander met u delen.

Behalve wat aangewaaide wilde (stoep-)plantjes, hebben vooral de insecten mijn aandacht. Als een beestje niet te snel beweegt, het niet teveel waait, ik geduld heb èn geen kramp krijg door te lang in een rare houding te staan, lukt het heel aardig om wat beestjes vast te leggen. Hierna probeer ik met de app Obsidentify hun naam tevoorschijn te toveren.

Behalve de insecten zelf, zijn ook hun namen prachtig, zowel de wetenschappelijke als de Nederlandse. Enkele voorbeelden: ik vond zowel een Schaakbordlieveheersbeestje als een Dambordvlieg. Ik vond de Roestbruine kromlijf, de Rechte waterzweefvlieg en het Langlijfje. En dan bijvoorbeeld nog het Gewoon knuppeltje en een heuse Geisha. En wat te denken van een Stadsreus in mijn tuin!

Er valt zoveel te zien en te leren.

Wist u dat de Wolfspin haar cocon met eieren bij zich draagt? En dat zij als deze eitjes zijn uitgekomen, haar jongen op haar lijf draagt? Als dat niet getuigt van zorgzaamheid. Ook de Witbandkogelspin zag ik haar eicocon meetorsen. En dat terwijl deze net zo groot was als zijzelf!

​De Gewone zakdrager is een verhaal apart: Het enige wat ik zag was een rechtop staand bosje kleine takjes op een blad. Bij toeval kwam ik er met behulp van internet achter, dat hierin een beestje woonde. De rups van deze micro-nachtvlinder plakt als het ware materiaal zoals bijvoorbeeld gras, steentjes of kleine takjes om het lijf. Hierdoor is hij of zij minder kwetsbaar. 

​Eitjes van insecten zag ik eerder niet. Nu heb ik op een blaadje van de Kamperfoelie eitjes van het Lieveheersbeestje gezien. En op de Look-zonder-Look zag ik piepkleine gouden eitjes van een Wants.

​Wat dit mooie project mij tot nu toe vooral opleverde: grote verwondering over dat wat ik nooit eerder ontdekt heb in mijn eigen tuin. Hoe kan het toch dat ik eerder vrijwel niets zag van wat zich nu laat zien? ​Johan Cruijff had gelijk: “Je gaat het pas zien als je het doorhebt.”

​​Margriet Kramer

Juli: Blinde Bij

De blinde bij is geen bij en ook niet blind en de getijgerde lijmspuiter is een tijger van 4 mm.

Ooit geprobeerd om met je fototoestel een bij op de bloemen van de Gele ganzenbloemen te volgen? Click. Click. Waar is die nu weer? Oh ja, daar. Click. En nu zit ie daar. Click. Bleek het helemaal geen bij te zijn maar vier verschillende vliegen, allemaal sprekend gelijkend op een bij: de Kleine bijvlieg, de Citroenpendelvlieg, de Menuetzweefvlieg en de Puntbijvlieg! Oh wacht… Click. Gelukkig. Toch nog een foto van een bij kunnen maken: de Blinde bij. Wat blijkt…  Het is geen bij en is ook niet blind!

Zo zit het soorten zoeken in eigen huis en tuin vol verrassingen! Ooit gehoord van de Getijgerde lijmspuiter? Maar 4 mm groot. En de enige spin die grote papiervisjes in huis de baas is. Hoe ze dat doet? De naam verraadt het al! Nog een andere: de Valse wolfsspin. Ook deze heeft het jasje aan van een soort waartoe die niet behoord. Met een bijna 2 cm lengte zie je deze dan weer niet zo makkelijk over het hoofd. Deze Zuid-Europese spin heeft sinds 30 jaar de alpen oversteek gemaakt, en weet zich ondertussen door klimaatverandering goed uit te breiden. Het aantal Valse wolfsspinnen is in Nederland de voorbije vier jaar vertienvoudigd! 

Zo vallen wij van de ene in de andere verrassing! En die kleine en grote verrassingen willen we je niet onthouden. Op maandagavond 23 september organiseert IVN een ledencafé waar we met onze foto’s erbij nog veel meer van deze ‘huis- en tuinverrassingen’ zullen onthullen! Belangrijk om te weten: het zit vermoedelijk ook allemaal in jouw huis en tuin! 

Wim Vanhees

foto bij waarneming

April: de bioblitz

Wie aandacht heeft voor alles wat er vliegt, kruipt, zingt, fladdert, zwemt enzovoort in de eigen tuin, komt erachter dat de micronatuur van de tuin een eigen ritme heeft. 

De vogels hebben hun rondje langs de voederplekken al gedaan voordat we uit bed komen. Dat kon ik feilloos vastleggen door de wildcamera een paar dagen op het voederhuisje te zetten. En rond half zeven ’s avonds komen de pimpelmeesjes nog snel even routineus wat zaden pikken uit het voederhuisje. Die weten precies waar ze moeten zijn en vliegen dan meteen weer door naar de volgende pitstop. 

De bruine kikkers weten elk jaar precies wanneer en waar ze moeten zijn om te paren. De ‘recreatiedruk’ in mijn kleine vijver was anderhalve week torenhoog. Met als resultaat, grote hompen kikkerdril. En daarna, geen kikker meer te zien! 

Eenjarige wilde plantjes zoals vroegeling en kleine veldkers zijn er altijd vroeg bij in het jaar. Die bezetten de voortuin nog voor de andere planten uit komen. En ook het zevenstippelig lieveheersbeestje weet dat. Die is er dan ook meteen bij. Vooral de kleine veldkers neemt met een matje van wortels veel ruimte in. En als je die selectief wil wieden, springen al zijn zaden een meter in het rond. Die heeft al gezaaid voordat andere planten eens wakker worden. 

En als je eenmaal een blauwe reiger tegen zonsondergang voorbij het huis hebt zien vliegen, gaat het opvallen dat hij dat vaker doet rond die tijd. Die zal ook wel een routine rondje hebben. 

Wim Vanhees

Marijke's 1000-soorten-tuin

In de winter heb ik voor dit project vanuit mijn warme kamer vogels gespot die op het voer in de tuin afkwamen. Ik telde 15 soorten. In huis maakte ik kennis met wat daar liep of vloog. Vroeger deed ik hen te kort door ze simpelweg ‘beest’ te noemen en buiten te zetten. Nu maak ik een foto (met mijn mobiele telefoon) om hen via de app Obsidentify op naam te brengen. Zo bleek ik mijn huis te delen met de bruine aardkruiper, de schorszakspin, het goudoogje en de hommelnest-mot. Wat zijn ze mooi als je ze op een (vergrote) foto ziet!

Vanaf maart ben ik de tuin ingegaan. Onlangs heb ik een half uurtje naast de Euphorbia amygda-loides gestaan. Ongelooflijk hoeveel insecten hierop afkomen. Ik zag de slanke driehoekszweef-vlieg, het vosje (een hommel), de zwartbronzen zandbij en de kraamwebspin. Die laatste jaagde op de knutjes die op de bloemen zaten, mooi om te zien.
Op 10 april had het IVN Luc Hoogenstein, de bedenker van het idee, uitgenodigd om over deze hobby te vertellen. Hij deed dat heel aanstekelijk. Ik heb nu 55 verschillende soorten geteld en merk dat ik veel aandachtiger in mijn tuin kijk. Niet meer alleen naar de planten, maar naar alles er om heen. Je krijgt er veel verwondering en kennis bij. Én het is heerlijk verslavend!

Marijke Mol

Maart: De bioblitz

De deelnemers aan het 1000soorten-projekt komen 1 keer per maand bij elkaar. In februari was dat bij ons in parkflat de Arendsburght, aan de Soerenseweg in Apeldoorn.
De grote gemeenschappelijke tuin heb ik opgegeven voor de Bioblitz, zoals het 1000soorten projekt ook wel genoemd wordt.
Ondanks dat ik gewend ben om secuur naar de natuur om mij heen te kijken, loop ik nu toch anders door de tuin. Op een beukenhaag, van 60 jaar oud, heb ik een bijzonder korstmos ontdekt: het verborgen schriftmos. Tientallen keren ben ik langs deze beukenhaag gelopen, zonder dat mij iets opviel. Nu, vanwege de deelname aan de Bioblitz, kijk je toch weer anders.
Om het aantal waarnemingen op te laten lopen, kijk ik nu ook naar hele kleine beestjes. Een manier om dit te doen is je paraplu onder een struik houden en met een stok voorzichtig op de struik kloppen. Dit leverde aardig wat op: de Groene krabspin, de huis-zebraspin, de renspin en een boskakkerlak. En ook nog iets wat verdacht veel op een vuurwants leek, maar toch net even anders was. Obsidentify gaf uitslag: de kaneelglasvleugelwants, wat een leuke vondst!
Alle kleine spinnetjes, pissebedden en springstaarten kunnen mij eigenlijk gestolen worden, maar kevers, torren en wantsen hebben mijn interesse. Als ik niet aan de Bioblitz had meegedaan, had ik deze kaneelglasvleugelwants waarschijnlijk nooit gevonden in de tuin.
Dus toch even een extra leuk momentje voor mij.

Carolien Londerman

Februari: Verwondering

De eerste twee maanden ging het overleg ook deels over digitale hobbels. Je moet wel gezamenlijk dezelfde wijze van registreren hebben. Niet iedereen was vertrouwd met waarnemingen.nl en een kon een eigen bioblitz aanmaken. Maar we komen er met hulp van elkaar uit.
In februari gingen we voor het eerst samen naar buiten in de moestuin Havenpark. We ontdekten in de vijver een bolle witte buik van een kikker die de vorst niet had overleefd. Maar onze verwondering was groot toen er een levende soortgenoot langs kwam zwemmen, die de vorst wel overleefd had en die dus meetelde. In zo’n versteende omgeving maken 40 huismussen je echt blij. Maar zo’n groep telt helaas voor één want het gaat om de soorten, niet om aantallen. Dankzij de warmte in de composthoop vinden we de imposante larve van de gifgroene neushoornkever.
(Yvonne Zwikker)

We zijn van start!

1 januari 2024

We zijn begonnen met 10 deelnemers. Allemaal lid van IVN, Groei&Bloei en KNNV in Apeldoorn. De eerste bijeenkomst hebben we elkaar geholpen om op de website waarneming.nl van onze tuinen een gebiedslocatie en vervolgens een bioblitz te maken. Dat is een soortenonderzoek binnen een vastgesteld gebied binnen een vastgestelde tijd. Wij zullen tussen 1 januari en 31 december 2024 in onze eigen Apeldoornse tuinen naar zoveel mogelijk soorten gaan zoeken.  

Ik heb me de eerste weken van een koud en nat januari bezig gehouden met vogels, wilde plantjes en mossen op tegels en takken. Enkele bekende tuinvogels kwamen op de vogelzaden af en waren gemakkelijk te fotograferen. En ook enkele kleine wilde plantjes waren al snel gedetermineerd aan de hand van de App Obsidentify. Meer onbekend waren de mossen. Nooit geweten dat er zoveel verschillende mossen in een kleine tuin voorkomen. Een kwartiertje zoeken leverde op: Gewoon purperschaaltje, Kapjesvingermos, Rond dambordje, Groot dooiermos en Gewone haarmuts. 

In de eerste twee weken van januari doe ik 18 goedgekeurde waarnemingen. Ook in de andere tuinen worden gemiddeld 20 soorten gescoord. En daarmee zijn we definitief van start!

Wim Vanhees   

Het 1000-soorten-tuin project. We zijn er klaar voor!

Op 1 januari 2024 is een groep Groei & Bloeiers en IVN-ers gestart met het 1000-soorten-tuin project. Het hele jaar 2024 gaan ze in hun eigen Apeldoornse tuinen uitzoeken wat er allemaal vliegt, kruipt, spontaan groeit, zwemt, ritselt, kwettert, springt, fladdert, zoemt en zingt. Dit doen ze om meer te weten te komen over de natuurwaarde van hun eigen grote of kleine tuin. In een jaar tijd leren ze spelenderwijs meer diersoorten aan te trekken, vangtechnieken (en weer vrijlaten natuurlijk), manieren van determineren, mooie natuurfoto’s maken en inzichten in tuinecologie. Ze krijgen de kneepjes van het vak aangereikt door ecoloog Luc Hoogenstein die dit al eerder in zijn eigen stadstuin deed en daar het boek ‘Mijn 1000 soorten tuin’ over schreef. Hij verzorgt vier excursies in de eigen tuinen. Elke maand zal op de website van Groei & Bloei Apeldoorn en IVN Apeldoorn een update verschijnen over het project. Om even ‘warm te lopen’ heeft een deelnemer in de moestuin Havenpark in september, oktober en november 2023 één uur per week foto’s gemaakt en verzamelde daarmee al 88 verschillende soorten. Dat belooft wat! Wordt vervolgd!

Projectnieuws

Sinds maart ’23 wordt een nieuw projectidee verkend onder de werktitel: ‘1000-soorten-tuin’ project. Het project is geïnspireerd door het recent verschenen boek ‘Mijn 1000 soorten tuin’ van bioloog Luc Hoogenstein. Deelnemers van het Apeldoornse ‘1000-soorten-tuin’ project gaan een jaar lang zoeken naar alles wat er in hun stadstuin voorbij komt vliegen, kruipen, lopen, zwemmen en spontaan groeit.

Het ‘1000-soorten-tuin’ thema ligt op het raakvlak van tuinliefhebbers, veldbiologen en natuurgidsen. De 3 natuurverenigingen van Apeldoorn: Groei & Bloei, KNNV en IVN hebben positief gereageerd op het projectidee. Initiatiefnemer Wim Van Hees kreeg de mogelijkheid om in maart bij deze verenigingen het project te ‘pitchen’ en de animo voor het projectidee te polsen en heeft dat gedaan tijdens de lezing van 21 maart. 

De voorlopige planning van het project: In 2023 de voorbereiding (animo polsen, voorzittersoverleg, samenwerkingsafspraken, boekverkenning, presentatie Luc Hoogenstein, samenstellen van groepen deelnemers - tuinbezitters, soortendeskundigen, natuurfotografen en tuin-natuurgidsen. 1 januari 2024 start van het jaarproject. In 2024 en 2025: publieksacties naar aanleiding van het project. 

Ben je geïnteresseerd? Wil je op de hoogte worden gehouden? Wil je graag meedenken in de verkennende fase van het project? Of wil je graag meedoen?  Laat het weten via e-mail: wimvanhees(at)ziggo.nl